Als kind voelde ik mij al betrokken bij het milieu. Ik wou later een soort ‘milieukundig ingenieur’ worden om een toestel te ontwikkelen dat op alle schoorstenen moest geplaatst worden om zo de uitstoot van schadelijke gassen te neutraliseren. In die periode kreeg ik van een lerares lagere school de opmerking om het gras van de speelplaats niet uit te trekken omdat gras de lucht mee zuivert. Aan mijn vader vroeg ik wat het woord ‘katalysator’ betekende en toen hij mij de uitleg deed, dacht ik dat het probleem van de uitstoot van auto’s achter de rug was. Niet dus. Op de middelbare school hield ik in 1989 een spreekbeurt over de opwarming van de aarde. Ik herinner mij nog levendig hoe mijn medeleerlingen en de leraar Nederlands quasi onverschillig waren toen ik vertelde dat tussen de jaren ’80 en 2020 de gemiddelde temperatuur met 5 graden zou toenemen (volgens de wetenschappers op dat moment).  Helaas ben ik nu meer dan 25 jaar ouder en het probleem begint nu pas door te dringen bij de rest van de wereld. Uiteraard ben ik nu héél tevreden dat mensen op straat komen om te vragen actie te ondernemen tegen de klimaatverandering. De tijd die we verloren hebben zijn we hoe dan ook kwijt. Maar de alarmbel heeft gerinkeld en er wordt her en der actie ondernemen, bijvoorbeeld in de politiek en de auto-industrie. Men is er met andere woorden mee bezig. Al mag het van mij gerust nog wat sneller, overtuigender en op grotere schaal doorgaan. Hoop doet leven!